Burgemeester Aboutaleb vindt niet dat er sprake is van symboolpolitiek tegen moslima’s en wuift het verwijt van de fractieleider van Denk naar het rijk der fabelen. Stephan van Baarle, leerling van Kuzu en kroonprins van de Rotterdamse moslimpartij, ergert zich aan het gedeeltelijk verbod van gezichtsbedekkende kleding, dat geldt voor het openbaar vervoer, onderwijs, zorg en in overheidsgebouwen.
Zijn punt is dat de Stichting Meld Islamofobie naar aanleiding van dit verbod constateert dat het dragen van een nikab en boerka tot een toename van islamofobie leidt. Volgens de stichting heeft de invoering van de wet zelfs geleid tot een golf aan verbale en fysieke islamofobe aanvallen op moslimvrouwen. Daar stelde hij per brief vragen over aan Aboutaleb.
‘’De gemeente heeft geen specifieke meldingen binnengekregen'', was het antwoord. ''Alleen via social media werden enkele signalen gezien. Nadat de wet in werking trad is er een quick scan uitgevoerd waarin vier incidenten in Rotterdam zijn gemeld. Na deze quick scan niet één meer", aldus Aboutaleb.
Ook geeft de burgemeester van Rotterdam antwoord op de vraag van Denk of er binnen de politie-eenheid Rotterdam klachten of integriteitsmeldingen zijn binnengekomen bij de afdeling Veiligheid, Integriteit en Klachten waarbij het dragen van gezichtsbedekkende kleding, zoals een hoofddoek, nikab of boerka een rol speelt. ‘’Nee’’, aldus Aboutaleb, ‘’want de politie ervaart dat nagenoeg iedereen zich aan de wet houdt. Gezichtsbedekkende kleding wordt bij problemen verwijderd of de dragers ervan worden verzocht het pand of het vervoermiddel te verlaten.’’